Operatie bij schouder uit de kom

De klachten van een instabiele schouder zijn:

• herhaaldelijk uit de kom schieten van de schouder.
• gevoel dat de schouder bijna uit de kom schiet bij bepaalde bewegingen.
• soms is pijn bij bepaalde bewegingen de enige klacht.

Grofweg zijn er 3 oorzaken te onderscheiden voor een schouder die steeds uit de kom gaat:

• structurele schade aan de weefsels die de schouder in de kom houden. De schade treedt vaak op tijdens de eerste keer dat de schouder uit de kom gaat, bijvoorbeeld tijdens een val op het voetbalveld. Daarbij kan het labrum (een soort zuignap rond de schouderkom) scheuren. Ook kan er een deuk ontstaan in het bot van de kop (zogenaamd Hill Sachs letsel) en/of van de kom (zogenaamde benige Bankart lesie). Door deze schade wordt het makkelijk om de schouder in het vervolg nogmaals uit de kom te laten schieten.
• aangeboren, te soepel schouderkapsel. Het kapsel houdt de bovenarm en de schouderkom bij elkaar. Bij mensen die bovengemiddeld ‘elastisch’ zijn in de gewrichten, kan de schouder soms zonder veel kracht uit de kom schieten.
• suboptimale samenwerking van de spieren (rotator cuff spieren) die de schouder in de kom houden.

Op deze afbeelding is het labrum van de voorzijde van de schouderkom afgescheurd.

Afbeelding van een benigne bankart lesie, waarbij een deel van het schouderkombot is afgebroken door de ontwrichting.

De indeuking (Hill Sachs lesie) is zichtbaar aan de achterzijde van de schouderkop.

• Met lichamelijk onderzoek van de schouder.
• Vaak wordt een röntgenfoto gemaakt om schade aan het bot te kunnen vaststellen.
• Als er een verdenking op schade aan de weefsels is, wordt een MRI-scan gemaakt. Soms wordt hierbij een contrastvloeistof in de schouder geïnjecteerd.

Een operatie is een behandeloptie als schade aan de schouder een duidelijke oorzaak van de instabiele schouder is en als een fysiotherapieprogramma gericht op het goed laten samenwerken van de schouderspieren (rotator cuff spieren) onvoldoende effect op de klachten heeft gehad.

Een stabiliserende operatie aan de schouder levert u een stabiele schouder op.

Er zijn 2 operatietechnieken te onderscheiden:

1. Stabilisatie van de schouder via een kijkoperatie (artroscopische schouderstabilisatie of artroscopische labrum repair). Hierbij wordt via 3 kleine incisies de schouder geheel nagekeken en wordt het gescheurde labrum vrijgemaakt van littekenweefsel. Vervolgens wordt met 2 tot 4 botankers en hechtdraden het labrum weer vastgezet op het bot van de schouderkom. Hierdoor komt ook het kapsel van de schouder strakker te staan. Het labrum doet er ongeveer 3 maanden over om vast te groeien op het bot.

Als er een grote deuk in de kop is, kan deze deuk worden opgevuld met een pees die vlak over de kop loopt. Dit heet een remplissage. Hiervoor zijn 1 of 2 extra incisies nodig.

2. Latarjet procedure. Dit is een operatie via een incisie aan de voorzijde van de schouder. De operatie is groter dan de hierboven beschreven kijkoperatie en wordt met name gedaan bij mensen waarbij er veel schade aan het bot van de schouderkom is ontstaan. Door de schade is de kom kleiner geworden. Bij de Latarjet procedure wordt de kom weer vergroot door het ravenbekuitsteeksel van het schouderblad (processus coracoideus) te verplaatsen naar de voorzijde van de schouderkom. Daar wordt hij met 2 schroeven vastgezet. Door deze verplaatsing wordt de korte bicepspees, welke op het ravenbekuitsteeksel aanhecht, dus ook verplaatst naar de voorzijde van de schouderkom. Dit maakt de schouder dan extra stabiel. Het verplaatste botblokje doet er ongeveer 2 maanden over om volledig vast te groeien.

Na de operatie wordt u wakker met een gevoelloze arm in een schouder-immobilizer. U mag in principe dezelfde dag naar huis. De zenuwblokkade werkt ongeveer 24 uur, maar kan tot 72 uur na de operatie tintelingen, verminderd gevoel of verminderde kracht in de arm geven. Bij ontslag krijgt u een revalidatieschema op papier mee naar huis voor uw fysiotherapeut.

De eerste 6 weken draagt u dag en nacht een schouder immobilizer (een sling). Dit is bedoeld om de gerepareerde structuren te kunnen laten vastgroeien. In deze periode oefent u de schouder al wel onder leiding van een fysiotherapeut. 

De revalidatie van zowel de artroscopische schouderstabilisatie als de Latarjet procedure duurt ongeveer 6 maanden. Dat wil zeggen dat bovenhands sporten meestal na 6 maanden kan worden hervat. U mag na 6 weken weer autorijden en fietsen.